Pedagogisch beleidsplan

In een pedagogisch beleidsplan worden kwaliteitsrichtlijnen geformuleerd waar (gast)ouders op terug kunnen vallen als het gaat om de uitgangspunten en werkwijze die worden gehanteerd bij de omgang met kinderen en bij de opvoeding.

Het pedagogisch beleidsplan:

Hieronder treft u een samenvatting aan van ons pedagogische beleidsplan. Mocht u de behoefte hebben om het hele document te lezen dan kunt u dat vrijblijvend opvragen via heleen@roodkapjehorstaandemaas.nl.

Samenvatting

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN

Wat betekent pedagogisch beleid eigenlijk? Pedagogisch betekent: opvoedkundig. Beleid is: het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang. Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren.

Dit betekent in zijn geheel dat gastouderbureau Oma van Roodkapje op papier heeft gezet hoe op een veilige en verantwoorde wijze om te gaan met kinderen in samenhang met gastouder en ouders. 

Gastouderbureau Roodkapje heeft als uitgangspunt voor haar beleidsplan 4 basiscompetenties die een gastouder moet kunnen bieden:

Een gastkind moet zich veilig en geborgen voelen om zich in overeenkomst met zijn aanleg en karakter te kunnen ontwikkelen. Het kind moet voelen dat het kan rekenen op de opvoeder(s) , dat zij hem accepteren zoals hij is en steunen waar mogelijk

Voor het bieden van emotionele veiligheid moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden:

Praktijkvoorbeeld 1:

Josje van 2 gaat met zijn moeder op bezoek bij de nieuwe gastouder. De verlegenheid van Josje wordt overwonnen door hem met rust te laten en hem een speciale beker met drinken te geven. Na dit bezoek komt moeder nog 2x op bezoek met Josje, en gaat de laatste keer zelfs 2 uur weg. Josje heeft geleidelijk zijn plekje gevonden.

Alleen in een veilige, vertrouwde omgeving kunnen kind en gastouder een goede relatie opbouwen waar de overige pedagogische basisregels in de praktijk gebracht kunnen worden.

Praktijkvoorbeeld 2:

Pietje vertelt tijdens het drinken tegen de gastouder dat hij gisteren naar de knipper is geweest. De gastouder gaat hier serieus op in en zegt ik zie het, je haar is mooi geknipt. Was het leuk bij de kapper? De gastouder neemt het kind serieus, in plaats van het kind te verbeteren, gebruikt zij in haar antwoord het juiste woord.

Boy Wearing Safety Helmet Riding Bike
Hairdresser trimming a small boys hair
Kids riding from childrens slides in game center

Kinderen zijn sociaal competent als ze in een groep goed kunnen functioneren en als ze hun sociale vaardigheden goed ontwikkeld hebben. Een gastouder leert het gastkind spelenderwijs hierin zijn weg vinden.

Praktijkvoorbeeld 1:

Yari van 4 pakt het speelgoed af van Ties van 3. De gastouder grijpt in en legt uit dat als Yari ergens mee wil spelen, hij dit moet vragen.

Praktijkvoorbeeld 2:

Jelske en Marieke zijn samen buiten aan het spelen. Ze gaan achter elkaar de glijbaan af. Klaas komt ook mee spelen, maar mag niet van de glijbaan af van Jelske en Marieke. De gastouder grijpt in en zegt, ieder om de beurt van de glijbaan, samen spelen.

Persoonlijke competentie betekent voor Roodkapje dat een kind een autonomie (een eigen ik) heeft en persoonlijke vaardigheden goed ontwikkeld heeft. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat het kind de vaardigheden heeft die bij zijn leeftijd passen, dat het zelfvertrouwen heeft, zichzelf durft te zijn, initiatieven neemt en problemen zelf kan oplossen. De gastouder begeleidt, volgt en stimuleert het gastkind in zijn ontwikkeling en houdt de ouders/verzorgers op de hoogte van deze ontwikkelingen. Indien nodig of wenselijk kan in overleg met de ouders/verzorgers aan sommige zaken meer of speciale aandacht besteed worden.

Ontwikkelen wil zeggen: veranderen. Als we praten over verandering in gedrag, dan hebben we het over het doormaken van ontwikkelingsfases. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende ontwikkelingen. De ontwikkelingsgebieden worden meestal onderverdeeld in:

Praktijkvoorbeeld 1:

Krisje van 2,5 jaar wil graag haar jas zelf aandoen. De gastouder merkt dat ze in tijdnood komt om Kees van school te halen. Vanaf nu houdt de gastouder er rekening mee iets eerder te beginnen met jassen aandoen, zodat Krisje het zelf kan doen.

Praktijkvoorbeeld 2:

Kaatje is dol op puzzelen, kan alle puzzels van de gastouder na veel spelen zo leggen. De gastouder heeft dit ook gezien en heeft moeilijkere puzzels gekocht zodat Kaatje zich verder kan ontwikkelen.

group of happy kids or friends learning at school
Girl doing jigsaw puzzle with grandmother
Professional

Kinderen weten niet uit zichzelf wat wel en niet kan in de wereld. Zij hebben hierbij de hulp nodig van een volwassene. Gastouders kunnen hierin een rol spelen door zelf het goede voorbeeld te geven. Hierdoor leren kinderen om te gaan met regels die voor verschillende situaties gelden. Thuis gelden bijvoorbeeld andere regels dan op school of bij opa en oma. Niet alleen de gastouder draagt normen en waarden over, ook de andere kinderen (met name leeftijdsgenootjes) spelen hierbij een grote rol.

Praktijkvoorbeeld 1:

Jantje gaat samen met de gastouder naar de bakker, bij de bakker krijgt Jantje een korstje. Hij zegt tegen de bakker ‘dank je wel’ De gastouder zegt tegen Jantje wat netjes dat je dank je wel zegt!

Praktijkvoorbeeld 2:

Eva van 5 gebruikt regelmatig ongepaste woorden. De ouders van Eva en de gastouder maken een afspraak zelf op hun taalgebruik te letten en Eva terecht te wijzen als dit nodig is.